Waarborgen voor effectief toezicht zijn noodzaak

De Evaluatiecommissie Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (ECW) heeft vandaag haar bevindingen gepubliceerd. De CTIVD concludeert dat operationele belangen van de diensten ten behoeve van de bescherming van de nationale veiligheid en de belangen van de bescherming van fundamentele rechten van de burgers in het rapport van de ECW niet in balans zijn.

Bij de activiteiten van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten staat niet alleen het verwerven, maar juist ook het verwerken van gegevens centraal. Het interpreteren en analyseren van door de diensten verzamelde  gegevens is waar de diensten hun grootste slagkracht aan ontlenen. Tegelijkertijd is dit ook het terrein waar de grootste zorgen in de samenleving over bestaan. Bijvoorbeeld bij zogenaamde bulkdatasets gaat het immers om gegevens van miljoenen burgers die geen onderwerp van onderzoek door de diensten zijn of dat ooit zullen worden. Niet alleen in het kader van de nationale veiligheid, maar ook daarbuiten staat de omgang van overheidsinstellingen met gegevens van burgers  volop in de belangstelling en worden kritische vragen gesteld.

Het is essentieel voor het vertrouwen in het werk van de diensten dat normering, rechtsbescherming en effectief toezicht in de wetgeving  zijn verankerd.  Dit is belangrijk voor de legitimiteit van het handelen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, die over vergaande bevoegdheden beschikken waarvan het gebruik vrijwel nooit in het openbaar aan de rechter kan worden voorgelegd . Burgers moeten erop kunnen rekenen dat hun belangen goed gewaarborgd zijn en een toezichthouder het onrechtmatig verwerken van gegevens kan beëindigen.

Bovendien zal het gehele stelsel van checks and balances tenminste in lijn moeten zijn met  de geldende Europese jurisprudentie en regelgeving. Nederland heeft ook internationaal een reputatie hoog te houden als rechtstaat die behoort tot de landen die de hoogste waarborgen bieden waar het gaat om de bescherming van fundamentele rechten. 

De huidige wet kent slechts op één onderdeel van het thans geldende toezichtstelsel de mogelijkheid dat onafhankelijke toezichthouders bindende uitspraken kunnen doen over de verwerking van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De evaluatiecommissie lijkt echter die bevoegdheid ongedaan te willen maken zonder dat daar andere bindende toezichtsbevoegdheden tegenover staan. Toezicht dat de onrechtmatige verwerking van gegevens van burgers kan stoppen, dient tenminste gewaarborgd te zijn. Het kunnen stoppen van onrechtmatig handelen is ook gebruikelijk bij andere nationale toezichthouders. Dat vervolgens de besluiten van de toezichthouder bij de rechter getoetst kunnen worden, draagt alleen maar verder  bij aan het vergroten van het draagvlak en de rechtsstatelijkheid.

De CTIVD moet dan ook concluderen dat de operationele belangen van de diensten ten behoeve van de bescherming van de nationale veiligheid en de belangen van de bescherming van fundamentele rechten van de burgers  in het rapport van de ECW niet in balans zijn.

In de komende tijd zal de CTIVD nader ingaan op specifieke onderdelen van het rapport, mede in het licht van een komende aanpassing van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

Den Haag, 20 januari 2021